A) Jan Wolkers B) Willem Frederik Hermans C) Harry Mulisch D) Herman Koch
A) 1965 B) 1975 C) 1955 D) 1985
A) Zweite Person B) Ich-Person C) Dritte Person begrenzt D) Allwissend in der dritten Person
A) Fantasie B) Autobiographischer Roman C) Historische Belletristik D) Science-Fiction
A) Technologie B) Umwelt C) Identität D) Politik
A) Als Zeichen B) Als irrelevant C) Als Feind D) Als Kulisse
A) Rückkehr von Oegstgeest B) Zuhause in Oegstgeest C) Zurück zu Oegstgeest D) Anreise nach Oegstgeest
A) Ruhm B) Erfolg C) Reichtum D) Sterblichkeit
A) Streben nach Glück B) Furcht vor dem Tod C) Machtkämpfe D) Suche nach dem Sinn |