Havenlogistiek Basiskennis
  • 1. Welke modaliteit is het snelst?
A) Binnenvaart
B) Zeevaart
C) Luchtvaart
D) Wegtransport
E) Pijpleiding transport
  • 2. Welke modaliteit is het duurst?
A) Zeevaart
B) Luchtvaart
C) Pijpleiding transport
D) Binnenvaart
E) Spoorvervoer
  • 3. Welke modaliteit is het meest flexibel?
A) Wegtransport
B) Spoorvervoer
C) Binnenvaart
D) Pijpleiding transport
E) Zeevaart
  • 4. Welke transportorganisatie term hoort niet in dit rijtje thuis?
A) Doortransport
B) Natransport
C) Voortransport
D) Hoofdtransport
  • 5. Welke logistieke proces term hoort niet in dit rijtje thuis?
A) Informatiestroom
B) Geldstroom
C) Elektrische stroom
D) Goederenstroom
E) Documentatiestroom
  • 6. Welke term hoort niet bij het Export proces?
A) Cargadoor
B) Expediteur
C) Freight Collect
D) Exporteur
E) Laadhaven
  • 7. Welke term hoort niet bij het Import proces?
A) Importeur
B) Loshaven
C) Cargadoor
D) Expediteur
E) Freight Prepaid
  • 8. Hoe worden de eigenaren van één of meerdere schepen genoemd?
A) Expediteur
B) Rederij
C) Cargadoor
D) Vervoerder
E) Stuwadoor
  • 9. Hoe wordt de logistieke dienstverlener genoemd die DOET vervoeren?
A) Cargadoor
B) Expediteur
C) Rederij
D) Vervoerder
E) Stuwadoor
  • 10. Hoe wordt de vertegenwoordiger van de rederij genoemd?
A) Vervoerder
B) Cargadoor
C) Expediteur
D) Exporteur
E) Stuwadoor
  • 11. Hoe wordt het bedrijf genoemd dat verantwoordelijk is voor het laden en lossen schepen?
A) Rederij
B) Stuwadoor
C) Expediteur
D) Cargadoor
E) Vervoerder
  • 12. Forwarder is de Engelse term voor:
A) Expediteur
B) Cargadoor
C) Vervoerder
D) Rederij
E) Stuwadoor
  • 13. Ship Agent is de Engelse term voor:
A) Vervoerder
B) Stuwadoor
C) Expediteur
D) Cargadoor
E) Rederij
  • 14. Ship Owner is de Engelse term voor:
A) Expediteur
B) Vervoerder
C) Stuwadoor
D) Cargadoor
E) Rederij
  • 15. Stevedore is de Engelse term voor:
A) Stuwadoor
B) Expediteur
C) Rederij
D) Vervoerder
E) Cargadoor
  • 16. Carrier is de Engelse term voor:
A) Vervoerder
B) Rederij
C) Cargadoor
D) Expediteur
E) Stuwadoor
  • 17. Welke modaliteit zie je op de foto?
A) Wegtransport
B) Luchtvaart
C) Zeevaart
D) Binnenvaart
E) Pijpleiding transport
  • 18. Welke modaliteit zie je op de foto?
A) Binnenvaart
B) Pijpleiding transport
C) Zeevaart
D) Spoorvervoer
E) Wegtransport
  • 19. Welke modaliteit zie je op de foto?
A) Luchtvaart
B) Wegtransport
C) Pijpleiding transport
D) Binnenvaart
E) Zeevaart
  • 20. Welke modaliteit zie je op de foto?
A) Wegtransport
B) Luchtvaart
C) Zeevaart
D) Binnenvaart
E) Spoorvervoer
Created with That Quiz — the math test generation site with resources for other subject areas.